Jupla, na vijf dagen terug in de sfeer van België te zijn wedergekeerd,
Dorppen ze mij weer op het vliegtuig (met een onvolledig VISUM weliswaar, omdat het belangrijkste document om dit aan de ambassade aan te vragen gewoon vergeten was).
De vlucht naar Madrid verliep vlot.
Ook de lange tocht naar het volgende vliegperron (is dat een woord?) in een ander gebouw liep netjes.
Toen ik aankwam mocht ik getuige zijn van een 10 jaar oud muchachootje, die een reanimatie uitvoerde op de handbagage van de mama. Na de mond op mond beademing, gaf hij het op, en zag in dat de koffer niet meer bij de levenden was. Toen begon de rouwscene. Als Maria die Jezus voorzichtig van het kruis haalde en hem naar de grot bracht, knielde hij vervolgens neer met tranen in de ogen. Vervolgens een overgeacteerde NOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOO kreet, uit pakweg Platoon of Apocalypse Now, en toen moestem pipi of popo, wat spaans is voor kaka, doen. Ik heb het hem niet gevraagd welk van de twee..
De vlucht zelf werd uitgesteld door iets (en omdat ik geen spaans spreek weet ik dus ook nog altijd niet waarom). Een vliegtuig zonder teveetjes, zonder al te veel beenruimte, een gammel vliegtuig die precies een lading zoveel mogelijk opeengeplakte slaven transporteerde, 1001 wenende, lachende, spelende en onrustige kindjes, ongegeneerde moeders die hun borsten uit hun bloezen floepen alsof het duiveltjes in een doosje zijn om gemelkt te worden door hun dorstige kalvertjes.
Ik had de vorige nacht dus nog geen uur geslapen en was dood op.
Behalve het vertrek, een glimp van de atlantische oceaan bij het middagmaal, iets wat ik denk een stuk van amerika te zijn geweest bij het avondmaal en de landing zelf in quito, heb ik niet veel meer gezien dan dromen over... ah, who cares.
Onze aankomst is nochtans goed aangekondigd geweest, want de laatste 3 minuten vlogen we naast een gigantische wolkenkolom vol donder en bliksem. Fantastisch om te zien.
Maar dan, enkele minuten verder verdwijnen we onder de wolken en er verschijnt een FANTASTISCH groen berglandschap in de stralende zon. Zo ver als je maak kon kijken bergen, valleien, en kliffen midden in het landschap. Het leek alsof we landden midden in het groen, maar we voelden geen bult, geen schok, niets. Wat een fantastische landing. De eerste keer dat er werd geklapt zonder ook maar een ENKELE chinees op het vliegtuig (pluim voor Ecuador).
Papí (Santiago Tomas De lara Burbana) staat me op te wachten met typisch vliegveldbordje; ELIAS CALLEWAERT. Ik word begroet met een knuffel wanneer ik dankbaar en uitnodigend mijn handen in de lucht gooi. Ondertussen is het al nacht. Mama is thuis de laatste hand aan het huis (dat speciaal VOOR mijn komst nog geschilderd is geworden) aan het leggen, terwijl ik met de papa doorig een donker, bergachtig Quito rijd. We maken kennis door elkaar de basisvragen (in mijn basis Spaans) te stellen. Ik begrijp er geen snars van, maar dat lijkt hem niet te deren. Dat lijkt niemand hier te deren. Ze babbelen honderduid. Wat je begrijpt, begrijp je, wat je niet begrijpt, beantwoord je met SI, SI, of met een knikje. De rest komt later wel.
Ik word wakker om 4u snachts. Door rare, vreemde knallen. 5 keer op een rij.
En ik word opnieuw wakker, dit keer door luide muziek om 8 uur in de morgen..
Blijkbaar een feestje (zoals die er wel dagelijks zijn).
Volgende dag word ik gedropt bij mijn lokale coordinator.
Samen gaan we de school verkennen, spreken we de directeur, gaan we iets eten in een restaurant met uitzicht op Quito. Quito is nl. de hoofdstad van Ecuador (ALLEEEEEEEE.....) en het is ENORM lang en is volledig begrensd met bergen, rondomrond. Er is zelfs een actieve vulkaan in het dorp.
Wat mij opviel toen we in het plaatselijke winkelcentrum liep, is dat zelfs de paspoppen een andere huiskleur hebben dan de paspoppen die wij gewend zijn. Ook koop je hier maar zelden een parkingticketje. Nee, je betaalt diegene die je helpt in en uit je parkingplaats rijden.
Ondertussen ben ik hier wel al een beetje aan het aanpassen geraken. Ik ben zeker dat ik een fantastisch gastgezin te pakken heb. Ze beloofden mij om naar de zee te gaan (waar ze een vakantieappartementje hebben), vulkanen te gaan bezichtigen (waar oma een vakantiehuisje heeft) waar natuurlijke en door de vulkaan opgewarmde warm watermeertjes zijn, te gaan wandelen in de bergen, de mooiste uitzichten op Quito te tonen,... Vanuit mijn kamer heb ik namelijk ook zicht op de bergen.
Ik heb een broer van 17. Een toffe kerel. Hij neemt me zonder veel moeite mee naar zijn vrienden om te gaan sjotten, of we gaan samen basketten of met de (4) honden wandelen. Een Spaanse Cocker, een Huski, een Huski mixje en een soort klein Cesaerke (zo een typisch wit bolleke vanop het hondeneten).
EEEEEEEENNN.. we hebben een 40 jaar oude schildpad in onze tuin lopen..
Ik heb ook een andere broer die in Canada studeerd aan de unief, maar hij gaat nu voor een schoolproject 6 maanden naar Duitsland.
Het weer hier is op sommige tijdstippen HEET (vandaar de wereldshoquerende beslissing om mijn haar een beetje te herstijlen) en in een minuut tijd kan het hier donker, regenachtig en koud worden.. lang leve de bergen...
De familie hier, dat is een verhaal apart.
Elke dag wordt er gebeld, overgelopen, gekwebbeld en gesmst naar tantes, broers, omas, nonkels, opas en zussen. De familieband hier is echt zeer speciaal.
Mijn school begint op 13 februari (ik had altijd de 3e februari verstaan.. vandaag dus. Maar geef toe; tres en trece lijken toch wel BEHOORLIJK goed op elkander?) Ik mag voor de eerste keer in mijn leven een uniformpje dragen op school. De directeur ziet er fantastisch uit. Dat wordt geweldig en een hele ervaring op zich.
Over ervaring gesproken;
Het leven hier is langs de andere kant ook schrijnend:
Bedelende kinderen langs de straat. Verkopers die tussen de auto"s door oud fruit verkopen.
Stinkende daklozen die voor de deur van een chique villa enkel een nikkel en een oud versleten deken bezitten. Een blinde fietsenmaker die onze beide fietsen geschilderd en gesmeerd heeft en hun banden heeft vervangen en daarvoor slechts 20 dollar vraagt..
Maar het schrijnendste is de 2 dagen die we hier (mama en ik) hebben zitten sukkelen om dat visum in orde te krijgen, maar bon, dat is nog een verhaal op zich.
Het fruit hier is zoals Astrid Bryan het zou zeggen AMAZING.. miljoenen soorten waar we we in belgie zelfs geen naam voor hebben.
En belgen spreken 'hollandais'. Vlaams kan ik niet uitleggen met de weinige woorden die ik ken..
ik woon hier op 200 meter van het midden van de wereld. Mijn school ligt nog dichter.
Ik ben 1 dag erg ziek geweest, waarschijnlijk van de hoogte. Of mijn lichaam die de grote sprong tussen elke dag hamburgers en elke dag fruit moet verwerken...
Hier eten ze cavia, kippenkoppen en kippenpoten soep, maar paardenbiefstuk eten vinden ze absoluut niet kunnen.
Ook mogen gays en lesbiennes geen kinderen adopteren. Want als je gay bent, ben je ziek. En kinderen mogen niet opgroeien tussen 2 zieke mensen.
Zo, dat was waarschijnlijk al een hele boterham om te lezen.. Zit je met vragen, comment ze maar!
Dikke kus!